Cannoli

Deze Siciliaanse lekkernij stond al enige tijd op mijn lijstje om te maken. Het is een van de favoriete desserts van mijn vader en hij vroeg al een tijdje om het klaar te maken. Hoe de cannoli is ontstaan, is onduidelijk. Het enige wat men zeker weet is dat het tussen de 9de en 11de eeuw is uitgevonden.

Het recept is heel simpel en lekker, je hebt het op 1, 2, 3 gemaakt. Het nadeel eraan is dat ze ook snel op zijn. Met dit handige recept kan jij zelf jouw cannoli maken. Geen fan van pistachenoten? Je kan de cannoli afwerken zoals je het zelf wil.

Ingrediënten

Voor het deeg:

• 150 g bloem

• 24 g suiker

• 7 g cacaopoeder

• 1 ei

• 35 g gesmolten boter

• 60 ml witte wijn

• 1 eigeel

• Zonnebloemolie

• Poedersuiker

Voor de vulling:

• 350 g ricotta

• ± 80 g suiker (hangt ervan af hoe zoet je de vulling wil)

• Vleugje vanille-extract

• Gehakte pistachenoten

Bakmateriaal: cannolivormpjes

Bereiding

Het deeg:

1. Verwarm een friteuse op 170 °C.

2. Meng de bloem, suiker, cacaopoeder en het snuifje zout in een kom.

3. Maak in het midden een kuiltje en voeg de gesmolten boter en ei toe.

4. Meng voorzichtig met een vork. Voeg geleidelijk aan de wijn toe.

5. Kneed met je handen tot je een deegbal kan vormen.

6. Laat het deeg 30 minuten rusten onder een handdoek.

7. Rol het deeg ongeveer 3 mm dik uit.

8. Bind het rond de cannolivorm en druk de uiteinden goed aan. Zo vermijd je dat ze openspringen tijdens het bakken.

9. Bak de cannoli 2 à 3 minuten in de friteuse op 170 °C.

10. Laat ze uitlekken en afkoelen op een papiertje.

11. Vul ze daarna rijkelijk met de ricottavulling en werk de zijkant af met gehakte pistachenoten.

De vulling:

1. Laat de ricotta minstens één nacht uitlekken in de koelkast.

2. Mix de ricotta samen met de suiker. Als je de vulling niet zoet genoeg vindt, kan je gewoon wat extra suiker toevoegen.

3. Zet terug in de koelkast tot het deeg klaar is.
   

Buon appetito!